In de aflevering van afgelopen weekend van Robs Grote Tuinverbouwing heb ik gekozen voor een roomdivider. Deze blog gaat over 'de nieuwe roomdivider'. In welk interieur past een roomdivider en welke kast moet je dan nemen? In deze blog leg ik je dat uit.
De roomdivider is bekend als een dichte wand die je op elke plek in je kamer neer kan zetten. Maar de roomdivider heeft een nieuwe betekenis gekregen. Hij hoeft tegenwoordig niet meer dicht te zijn, de openheid van de kast is belangrijk om diepte te creëren en de ruimte te benadrukken.
Wanneer je een open boekenkast of een open wandkast in de winkel ziet staan wil dat helemaal niet zeggen dat hij daadwerkelijk tegen de ‘wand’ moet staan. Je kan die kasten op heel veel manieren neerzetten en ze hoeven echt niet altijd strak tegen de wand. Het leuke is juist, zet de kast eens los in de ruimte!
Belangrijk is dat de kast grotendeels open moet zijn, om zo de doorkijk te behouden. En op die manier laat je goed de diepte zien. Onderin zou je wel wat dichte vakken kunnen hebben, maar ik raad aan om hem zoveel mogelijk open te houden.
Groot of klein wonen, een roomdivider is in elk interieur mogelijk. Open kasten zijn er in heel veel formaten en mogelijkheden. Woon je klein en heb je het idee dat je interieur veel te propperig wordt en het niet past, dan zijn jouw gedachten niet waar. Een roomdivider creëert diepte en maakt van 1 ruimte, 2 ruimtes. Voor een kleine woning is het slim om een ondiepe boeken/wandkast neer te zetten. Belangrijk is wel dat een roomdivider altijd hoog moet zijn. Rond de 180 cm tot 210 cm is de beste oplossing. Wanneer hij lager is krijg je niet echt dat effect van een muurtje. De breedte verschilt per woning en wat je ermee wilt accentueren.
Woon je groot dan kan een roomdivider weer een hele andere oplossing bieden. Waar die in een kleine woning juist diepte creëert en groter maakt kan het een grote ruimte weer kleiner laten lijken. Ik bedoel daarmee dat hij voor intimiteit kan zorgen. Hij maakt een grote ruimte sfeervol en je kan hoekjes maken met een open kast.
Tip: ga hem niet overvol zetten met spullen. Zet er een paar ‘eyecatchers’ of planten in, maar maak er geen rommelkast van. Het idee is dan weg en je mooie kast wordt een rommelhoek.